Basis
Volgens het algemene voetbalplan van de KBVB is het belangrijk dat bij elke training en
wedstrijd de FUN centraal staat. Dit wil zeggen dat iedereen die aan de training of
wedstrijd deelneemt zich moet amuseren.
Bij deze spelers moet vooral getraind worden op half lange passing, controle van de half
hoge bal, doelpoging van op 15 a 20 meter. Ook het aanspeelbaar zijn en trachten in steun
te komen van de speler in balbezit komen aan bod op de trainingen. Positioneel verdedigen,
korte dekking in de zone van de waarheid en onderscheppen van de korte passing kan ook
getraind worden. Voor de rest worden alle technische vormen geperfectioneerd.
Ploegtactieken
U10 en U11 = 8 tegen 8 = dubbele ruit
B+ = balbezit = Ruimte maken voor zichzelf en ploegmakers. Opletten bij balverlies zeker
rond het eigen doel. Het aanleren om de eerste bal voorwaarts te spelen en eventueel een
speler over te slaan. Inschuiven en steunen van de aanval zowel met als zonder bal. Het
aan leren van de 1-2 en bij B+ het spel open en breed te houden. Dribbelen waar het kan
en creatief voetbal promoten.
B- = balverlies = Er wordt aangeleerd mee terug te verdedigen en onderlinge dekking te
geven. De doelmannen leren mee te spelen ook hoog te spelen om de diepe bal te onderscheppen.
Bij B- de ruimtes klein te houden en kort bij elkaar te spelen, steeds het verdedigen
tussen de bal en de gevaren zone. Ook eenvoudige tactische vaardigheden gebonden aan de
positie kunnen worden aangeleerd.
Fysiek
Kracht= spelen met eigen gewicht en duel vormen tussen evenwichtige groepen. Ook de
lenigheid begint te verminderen en moet op eenvoudige manier bij getraind worden.
Uithouding
Nog steeds wordt hier NIET specifiek op getraind en de omvang van de training moet genoeg
zijn.
Snelheid
Deze kan vooral getraind worden in spelvormen voor de reactie snelheid zijn estafette
vormen met bal een leuke variatie.
Coördinatie
Het perfectioneren van alle coördinatie oefeningen.
Mentaal
Spelers op deze leeftijd beginnen te denken in teamverband, maar zijn ook kritisch voor zichzelf
en de ploegmakkers. Het is dan ook aan de opleider hier zeker ook aandacht aan te besteden.